De Hollandse buddha finger
De buddha finger is een citrusvrucht met een minimale hoeveelheid vruchtvlees, maar een maximaal aangenaam geurig aroma. We zijn trots om samen te werken met een bevlogen teler die ultiem rijpe buddha fingers in het korte winterseizoen tot een Hollandse fruitsoort maakt.
De vrucht vindt zijn oorsprong in het noordoosten van India en China, de plekken waar ook het Boeddhisme is ontstaan. Dit verklaart dus ook de naam van de vrucht, die ook wel buddha’s hand wordt genoemd. Tegenwoordig werken de meeste chefs met buddha finger uit Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Europa.
De Hollandse buddha finger heeft een volle gele kleur. Dit komt doordat de citrusvrucht door de Hollandse kou een extra sterke en dikke schil ontwikkelt. De schil, vol met etherische oliën, is wat de vrucht zijn sterke aroma geeft. De vrucht heeft een minimale hoeveelheid vruchtvlees en smaakt iets zoeter en milder dan dat een normale citroen zou smaken.
Kweken van de Hollandse buddha finger
In een onverwarmde kas groeit de buddha fingerboom rechtstreeks in de volle grond. Om de citrusboom te beschermen tegen ongedierte, zoals bladluis, wordt er gebruik gemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen zoals insecten. Die specifieke insecten zorgen voor een natuurlijk evenwicht door het ongedierte tegen te gaan. In de winter is deze vrucht klaar om geteeld te worden.
"De geur die dan vrijkomt zal zeker niet onopgemerkt blijven!"
Trots op onze telers
Bij Rungis zijn we trots op onze telers! Frank Kesteloo heeft aan de rand van de Dordtse Biesbosch zijn kwekerij staan, een kortere logistieke lijn naar Rungis kan dus bijna niet. Dit zorgt ervoor dat de vrucht mooi rijp geoogst kan worden. Citrusfruit heeft koude nachten nodig om op kleur te komen. In de schil worden tijdens de kou extra etherische oliën opgeslagen, deze oliën werken als een natuurlijk antivries en geven die typische, aangename en ruim aanwezige geur.
Toepassing in gerechten
Wat de vrucht bijzonder maakt, is dat hij in zijn geheel te gebruiken is. Normaalgezien geeft het wit van een citrusschil een bittere smaak, zoals bij citroen en limoen. Bij buddha finger is dit anders, daar is de dikke witte schil juist heel goed bruikbaar. Een populaire manier om de vrucht te verwerken in een gerecht is door de vrucht ergens overheen te schaven. Dit is heel geschikt om als laatste handeling bij je gasten aan tafel te doen. De geur die dan vrijkomt zal zeker niet onopgemerkt blijven!